Met heimwee denk ik terug aan een week Bretagne. Even pauze, rust. Geen angstaanjagende toekomst, maar gewoon in het moment. Niet dat die momenten allemaal zo makkelijk waren. Toch was er elke dag een moment dat alles klopte. En die koester ik.
Dag 1 was er één van reizen. Nota bene overstappen in Parijs, wat de nodige stress gaf. Als eerste uitstappen in de Nord, speuren naar metrolijn 4 en hop de net binnenrijdende metro in. Met mijn zware rugzak en vouwfiets een weg banen door de honderden reizigers in Montparnasse. Gelukt!
In Auray wisselde ik de trein voor de vouwfiets. Langs kleine weggetjes en paden naar de camping in Le Bono rijden (aan de Golf du Morbihan). Fijn! Maar zo mountainbiken in de bossen op een vouwfiets en met een zware rugzak, dat is toch niet zo evident...
Dag 2 begon in een miezerige regen en eindigde in stralende zon. Met tussendoor een hevige regenbui. Het had wel iets, dat schuilen onder een grote eik met dicht bladerdak, luisteren naar het getik van de regen, voelen hoe de blaadjes uiteindelijk toch bezwijken onder de druppels.
De vakantie werd ingezet met een lange wandeling in de buurt. De geur van wier en die van dennen wisselden elkaar af. De doorkijkjes tussen de bomen met zicht op het water zijn al snel mijn favoriet. En dan nog liefst met tegenlicht.
Op dag 3 overtrof ik mezelf en reed een zestigtal kilometer op mijn vouwfiets. Nu is 60 km fietsen niet zo veel, maar op mijn vouwfiets kan dat tellen! Want hoe handig zoiets ook is, ik zit daar behoorlijk ineengedoken op. Reken daar nog eens het te kleine zadel bij, wat maakt dat het comfort ver te zoeken is.
De fietstocht bracht mij langs een aantal megalieten in en rond Carnac. En bij de echte zee, met echte golven die rollen en breken op het strand. Dat past beter bij me dan het kabbelende water van de Golf du Morbihan.
Op dag 4 had ik nood aan mensen rond mij. Opnieuw de fiets op en een dertigtal km tot in Vannes gereden. Kleine paadjes, deels ook te voet, waar fietsen verboden was. Schitterende doorkijkjes en die herfst, zo mooi zag ik ze nog nooit... Rozenbottels en bessen in elke tint van rood tot blauw. Miljarden dennennaalden en miljoenen eikels die zo heerlijk knisperen onder mijn banden.
Hoewel ik het weet, liet ik me toch weer vangen. Alleen een stad bezoeken accentueert de eenzaamheid alleen maar. De meeste mensen keuvelen per twee, babbelen... De moed zonk me in de schoenen. Gelukkig was daar wel het mooie
winkeltje. Met de moed was ook de energie weg. Een stuk van de terugweg deed ik met de bus (lang leve de vouwfiets).
Dag 5 stond in het teken van rust vinden. In de voormiddag werd de
sjaal afgewerkt. Gezelschap van de campingkippen. Hoewel ik dat gezelschap iets minder op prijs stelde tijdens mijn middageten. Elke kruimel werd weggepikt, bijna voor die de grond kon raken. Ik vreesde een beetje voor mijn tenen. Of erger, een kip die opspringt en mijn stuk brood zelf aanvalt.
In de namiddag heb ik een eindje gewandeld. En vooral veel gelezen. De voeten bungelend in het water. Liggend op het randje die je op de foto ziet. Zalige rust gevonden. Pas onderbroken toen ik nattigheid voelde aan mijn broek en een droger oord moest opzoeken.
"Als je het licht niet kunt zien" van Anthony Doerr. Echt een prachtig boek! Hij schrijft zoals ik het graag heb. Met enorm veel gevoel. Ingetogen, liefdevol, warm. En het is heerlijk dik...
De kleuren van de herfst. Hoe mooi...
En de rest, dat is voor over een paar dagen. Zo kan ik nog eens mijmeren over vakantie, terwijl ik weer aan het werk ben.