Wol, van die echte schapenwol, is voor mij hét symbool van warmte en geborgenheid. En al helemaal als ze nog een beetje naar schaap ruikt. Wat hou ik van die geur!
Jaren geleden leerde ik al eens spinnen. Dat was een tweedaagse. Geen succes. De draad deed niet anders dan knappen. Dus hield ik het maar bij wol kopen. Ik liep de deur plat bij het plaatselijk wol- en stoffenwinkeltje. Tot bijna twee jaar geleden. Toen kwam ik terug uit een maand met de rugzak trekken in Noorwegen. Ik liep tussen de schapen, kampeerde tussen de schapen, zag schapen in mijn voetspoor lopen over de sneeuw in de bergen... Bij thuiskomst leerde ik opnieuw spinnen, één dag, en het ging als vanzelf. Sindsdien koop ik geen wol meer. Ik maak mijn garen nu zelf.
Het summum van natuurlijkheid is spinnen vanuit een pas geschoren schapenvachtje. Dat ruikt heerlijk naar schaap. Met mijn handen daar plukken uittrekken en in een warm zeepsopje onderdompelen, zien hoe bruin het water kleurt. Dan de lokken pluizen. Ik dacht dat ik dat vervelend zou vinden. Ik hou immers niet van repetitieve werkjes. Maar het is net fijn. En ideaal om op een terrasje te doen in de stad. En het spinnen zelf... dat is de wol zacht langs mijn vingers laten gaan, er al mijn aandacht aan geven. Zalig!
 |
poncho uit zwartbles
|
En als ik uit ben gekeken op het bruin, ga ik verder met gekleurde merinowol, gemengd met zijde voor extra zachtheid en glans.
 |
garen van merinowol, tussahzijde en sarizijde
|
Hoe zalig is het om creatief te zijn!
Als ik later... een droomplek vind om te wonen, dan komen er schapen te staan.
 |
uit mijn boek
|